De oppositiekamer van het Europese Bureau voor de Intellectuele Eigendom (EUIPO) boog zich in oppositiezaak (nr. B 1958266) over de vraag of er verwarring te duchten is tussen de beeldmerken "CHAMPION" en "CHEMPIOIL". Beide merken werden in hetzelfde territorium gebruikt voor hetzelfde product, namelijk motorolie. Een duidelijk voorbeeld van merkinbreuk, of toch niet?
De oppositiekamer van het Europese Bureau voor de Intellectuele Eigendom (EUIPO) boog zich in oppositiezaak (nr. B 1958266) over de vraag of er verwarring te duchten is tussen de beeldmerken "CHAMPION" en "CHEMPIOIL". Beide merken werden gebruikt voor exact dezelfde producten, namelijk motorolie. De oppositiekamer oordeelde aanvankelijk dat er een gevaar voor verwarring bestaat bij het relevante publiek. Een belangrijke overweging voor dit oordeel was de algehele overeenstemming die voortvloeit uit de auditieve en visuele overeenstemming tussen beide tekens. In beroep oordeelde de Board of Appeal (BoA) echter dat er géén sprake is van verwarringsgevaar tussen "CHAMPION" en "CHEMPIOIL". Ook het Hof van Justitie (HvJ) deelde die mening en hield het oordeel van de BoA in stand. Hoe het mogelijk is dat volgens de BoA en het HvJ ondanks de grote mate van visuele en auditieve overeenstemming toch geen verwarringsgevaar aanwezig is, heeft te maken met het principe van neutralisatie.In het merkenrecht verwijst het concept van "neutralisering" naar een situatie waarin twee merken begripsmatig zo duidelijk van elkaar verschillen dat de overeenstemming op visueel en auditief vlak minder of zelfs irrelevant worden voor de beoordeling of er sprake is van verwarringsgevaar. In het eerdere Picasso/Picaro-arrest stelde het HvJ dat de gemiddelde consument als gevolg van het grote begripsmatige verschil ook in visueel en auditief opzicht geen overeenstemming tussen merken zal waarnemen.